Château Margaux Grand Cru Classe - Margaux 2020

De geweldige Château Margaux-wijn uit 2020 volgt in de voetsporen van de oogstjaren 2018 en 2019. Het is zeldzaam dat de wijn in Bordeaux drie jaar op rij zo consistent en van zo'n hoge kwaliteit is. Tegenwoordig lijkt het bijna onbeschaamd om zoveel jaargangen van de laatste zes jaar als uitzonderlijk te beschouwen. De toekomst zal ons meer onderscheidingsvermogen brengen. De uiteindelijke samenstelling lijkt erg op die van recente jaargangen: hij bestaat uit 89% Cabernet Sauvignon, 8% Merlot, 2% Petit Verdot en 1% Cabernet Franc. De grand vin vertegenwoordigt 36% van de oogst. Deze wijn wordt gekenmerkt door een evenwicht tussen de dichtheid en de finesse van de tannines. Er waren veel parameters die bijdroegen aan de uitstekende wijn: een gelijkmatige bloei, zomerse omstandigheden die kleine bessen en dus geconcentreerde wijnen mogelijk maakten, en oogsten onder uitstekende omstandigheden. Alleen de opbrengsten waren niet zoals verwacht. De vruchtbaarheid per wijnstok lag lager dan voorgaande jaren: 1,6 trossen per tak in plaats van 2 trossen in 2019. De gemiddelde opbrengst van het perceel bedraagt ​​daarom 36 hL/ha. (april 2019) In lijn met eerdere oogstjaren werd 2020 in Bordeaux gekenmerkt door enkele van de hoogste gemiddelde temperaturen ooit gemeten, na opeenvolgende hittegolven, en door een uitzonderlijk droge zomer, vanwege het gebrek aan neerslag aan het begin van de zomer. Na een regenachtig einde van 2019 in Margaux, was het eerste kwartaal van 2020 niet erg regenachtig (80 mm minder in totaal). Maar de winter van 2020 kenmerkte zich vooral door zijn zachtheid. De gemiddelde temperatuur lag 3°C boven het dertigjarig gemiddelde. In februari steeg de temperatuur soms tot boven de 20°C en slechts vier milde vorstperiodes verstoorden de milde winter. De wijnstokken begonnen toen al extreem vroeg te bloeien: afhankelijk van de druivensoort tussen 22 en 26 maart, dus zo'n 10 dagen eerder dan gemiddeld. Dit was het begin van een zeer vroege oogst. De lente was ook zeer mild. De temperaturen in april behoorden tot de warmste sinds 1962. De bloei vond plaats tussen 21 en 26 mei onder uitstekende omstandigheden. Er werden geen symptomen van coulure of millerandage waargenomen. Het voorjaar was bijzonder regenachtig, wat leidde tot een sterke parasitaire druk, maar die hebben we toch onder controle gekregen (heel weinig symptomen op de bladeren en helemaal niet op de tros). De zomer werd gekenmerkt door lange en intense hittegolven tussen 23 juni en 12 augustus, en door een ernstige droogte (tussen 19 juni en 10 augustus viel er geen druppel regen). De veraison vond plaats tussen 23 en 26 juli, met uitzondering van Petit Verdots, waarvan de veraison altijd later plaatsvond, namelijk op 1 augustus. Pas in de tweede tien dagen van augustus kon de te ernstige waterstress worden beperkt. Op 13 augustus viel er bijna 80 mm. Tijdens deze paar dagen met stormen viel het water in een te korte tijd zo hard dat het niet in de grond kon doordringen. Deze stormen zorgden er echter voor dat de temperatuur daalde en de hoeveelheid zonlicht beperkt werd, waardoor het zuurgehalte van de bessen in stand bleef. Ook voor de druiven was september ideaal: overdag was er veel zon, 's nachts was het koel en viel er slechts 14 mm regen. Alleen een paar warme middagen midden september zorgden ervoor dat de oogst al na de lunch moest worden stopgezet, zowel voor de plukkers als voor de druiven. Op 10 september begonnen we met het oogsten van onze eerste Merlots. Het grote team arriveerde op 21 september en begon meteen met het oogsten van onze fantastische Cabernets. De oogst eindigde op 30 september.